Ishita moest even wennen toen ze twee jaar geleden vanuit een miljoenenstad in India naar Groningen kwam. Ook de Academie van Bouwkunst, waar ze begon aan een master Architectuur, had andere ideologieën dan ze in haar eigen land had meegekregen. Intussen zit ze goed op haar plek en fietst ze dagelijks van haar huis in het noorden van de stad naar de binnenstad. Ze volgde haar oudere broer, die ook aan de Academie studeert.
Waarom ze architect wil worden? Ishita lacht. ‘Eigenlijk is dat het enige dat me echt interesseert.’ Ze groeide op in een creatieve familie waar iedereen tekende, en wist al snel dat ze een creatief beroep zou kiezen. Mensen die haar tekeningen zagen, opperden dat ze interieurontwerper zou kunnen worden. Maar zelf had ze een ander plan. ‘Ik vind het mooi dat je in dit vak iets maakt dat blijvend is, en voor de toekomst. Daarmee lever je echt een bijdrage.’
Omdat ze uit een andere cultuur komt en met een ander perspectief naar dingen kijkt, brengt Ishita een natuurlijke nieuwsgierigheid mee. ‘Soms nemen mensen iets voor lief, maar weet ik niet waar het over gaat – dus stel ik er een vraag over. Met die instelling kan ik het team hier sterker maken, denk ik.’
Het liefst werkt Ishita aan publieke gebouwen, projecten waarbij het sociale aspect een grote rol speelt in het ontwerp. ‘Hoe kan ik mensen elkaar laten ontmoeten, en hoe kan ik hun omgeving op een goede manier vormgeven? Bij openbare gebouwen heb je meer speelruimte.’ Haar droomproject is er eentje waarbij de context een belangrijk onderdeel van het ontwerp is. ‘Een publiek gebouw of een mooie villa waarbij ik veel aandacht kan geven aan architectonische elementen, en waar ik de ruimtelijke kwaliteit echt kan beïnvloeden.’ Als het even kan staat dat gebouw in India, zegt ze lachend. ‘Het klimaat is daar toch wat geschikter om mooie buitenruimtes te maken.’
Bij elk project waaraan ze werkt, heeft Ishita hetzelfde uitgangspunt: ‘Ik wil impact maken met wat ik doe. Dat kan op grotere schaal, met duurzame en natuurinclusieve ontwerpen, maar net zo goed door een mooi, klein balkon te ontwerpen waar iemand in de zon kan zitten. Daarmee maak je het leven van die persoon mooier. Dat is voor mij al genoeg: je verandert er echt iets mee.’