De Deur in Huis

Toen Thomas als jochie de gebouwen zag die zijn opa ontwierp, en de soms indrukwekkende panden die zijn vader had helpen ontwikkelen, begon er iets te kriebelen. Na de middelbare school was het dan ook geen vraag wat hij ging studeren: bouwkunde. Inmiddels zit hij in zijn vierde jaar, bij De Deur in Huis doet hij zijn afstudeerstage.

‘Eigenlijk wilde ik niet eens per se architect worden toen ik begon aan mijn studie. Maar hoe meer ik van het vak zag, hoe meer het me ging interesseren.’ Inmiddels is hij overtuigd, en van plan na zijn afstuderen een master te gaan volgen aan de TU Delft of Eindhoven. Mits zijn stage goed bevalt, voegt hij eraan toe, maar eigenlijk is hij er wel uit.

Het liefst zou Thomas in de toekomst voor particuliere opdrachtgevers werken. ‘Het lijkt me mooi en waardevol om een huis te ontwerpen waar mensen zich thuis gaan voelen en op hun plek zijn, en waar ze herinneringen maken.’ In het aardbevingsgebied merkte hij al dat het contact tussen architecten en bewoners belangrijk is, helemaal als er emotie bij komt kijken. ‘Dan gaat het erom dat je als architect dicht bij mensen staat.’

Bij De Deur in Huis wil Thomas de komende tijd vooral zo veel mogelijk leren. ‘Ik wil graag aan tafel zitten bij gesprekken met opdrachtgevers, bijvoorbeeld, maar ook de kans krijgen iets te ontwerpen. Ik heb het gevoel dat je hier als architect in opleiding de mogelijkheid krijgt om aan verschillende soorten projecten te werken, en daarin ook vrijheid krijgt.’

Thomas zou als architect het liefst zo veel mogelijk biobased en circulair ontwerpen. ‘Daar ligt de toekomst.’ Daarnaast zou hij vanuit zijn vak graag iets bijdragen op plekken waar mensen het hard nodig hebben. ‘Volgend jaar ga ik naar Tanzania om daar aan een duurzaam woningbouwproject in een dorpje te werken. Mezelf op zo’n manier nuttig maken, mensen blij maken en helpen, lijkt me een goede invulling van dit vak.’